In beslag nemen

De behaarde isobaren met hun koele handjes

En hun warme tandjes hebben goed gebeten

In de stekels van mijn ingespannen stem

 

En de zonnevlammen van een gladde tepel

Zijn het die het licht verbannen

Tot op de randen van de nacht

 

De eruptie en de beving die me opensperren

Het gelik en het gespuis, geven gefluister het nieuwe noorden

Terwijl de stilstand onophoudend zakt

16-12-2004

Vorige
Vorige

Benevelde ring

Volgende
Volgende

Mijn oma woont op de maan