Melktanden

Spinoza

Spinazie

Kastanje

Oranje

 

Het potje en de ketel

Het huis van de dooie netel

 

Suikertante kant loopt met                                    

Haar kont vol stront over

De balanceerkoord in het gele circus

De kannibaalse kippen zijn

Goddelijke gedachtekernen en de

Dode vogel is een diepe eindeloze

Bibberput flatsch

Ze laat iets vallen

Het is een zichzelf

Opblazend geel circustentje

De redundantie begint te kwijlen

Nee, vochtige violen verzwikken valse vrienden

De oren op de toren van het operagebouw

Hebben stuipkrampen

Het hele orkest en dat gerammel en

Het tentje ontvlammen want

Kant kan zijn vuurtongetje

Niet in bedwang houden

04-06-1988

Vorige
Vorige

Weekte leemte

Volgende
Volgende

Het is moeilijk (ongetiteld)