Waar wil je naartoe? (ongetiteld)

—Waar wil je naartoe?

—Dat weet ik niet.

—Voel je je ziek? Heb je geen zin om ergens naartoe te gaan?

—Waar dan?

—Dat weet ik niet. Zeg jij het maar.

—Ik weet het niet... Waarom kan ik nergens naartoe?

—Heb je geen geld?

—Ja, ik heb geen geld. Maar dat is het niet.  Ik durf gewoon niet.

—Kun je dan niet gewoon de stad in of naar de bioskoop?

—Nee, zoiets kost juist geld.

—Heb je vrienden?

—Nee.

—Jawel, je hebt toch vrienden?

—Niet echt.

—Wat wil je dan?

—Dat weet ik niet.

17-10-1990

Vorige
Vorige

Sommige gedichten hebben uitgesproken

Volgende
Volgende

Kleine dag