Erfdeel twee
het kippetje is klein, ze is nochtans sterk
ze legt eieren zo groot als voetballen
als het kwijl aan je handen blijft plakken en de hele tafel ligt al vol
kun je niets meer opschrijven
het koninkje huppelt met zijn pootjes wijd open
kan ik ontvangen nu? zegt hij
een bliksemschicht
verschroeit zijn clitoris
het is een arend! vliegt door het gewelf
dat sluit en de mensheid vermorzelt
tot een klompje bruingeel vocht
de zonnen met opengewormde monden
en boven de hoge vlakte naar beneden sijpelt