Melkboom

met gouden lepel drink ik aan je eindeloze ogen

een houtring is voor altijd daar verscholen

 

in de diepte van je ziel

in de ketting van bestaan

in dit lege paleis

waar de muren achter mij dicht gaan

19-03-1988/1 circa

Vorige
Vorige

Misschien ben ik een dichter, misschien ben ik een dwaas

Volgende
Volgende

Een groot roze en bruin konijn dooft mijn gedicht